top of page

Persoonsvorm verleden tijd

Op deze pagina ga je leren hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd (pv vt) schrijft. Ook leer je het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.

Uitleg vt: Service
Uitleg vt: Video_Widget
Verleden tijd
Nu bekijken

Je hebt twee soorten werkwoorden:

  • Sterke werkwoorden (klankveranderende werkwoorden)

  • Zwakke werkwoorden (klankvaste werkwoorden)


Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank:

Bijvoorbeeld: 

Zingen - zongen

Gaan -  gingen

Lopen - liepen


Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd NIET van klank:

Bijvoorbeeld:

Koken- kookten

Rennen- renden

Geloven – geloofden


In de verleden tijd krijgen zwakke werkwoorden:

  • -te of -de

  • een -n erachter wanneer het meervoud is

  • Je kunt ‘t ex-kofschip gebruiken

Hoe vorm je een zwak werkwoord in de verleden tijd? Bestudeer het stappenplan hieronder. 

Uitleg vt: About
Werkwoordspelling_verledentijdV2.jpg
Uitleg vt: Portfolio

En dan nu oefenen!

Uitleg vt: Widget
bottom of page